Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Iddekinghe, Pieter Rempt van]

IDDEKINGHE (Pieter Rempt van), of Iddekinge, burgemeester van Groningen, waar hij in 1683 geb. werd en 6 Juli 1758 overl. Ook zijn vader, Rempt van I., was burgemeester dier stad geweest; de moeder heette Maria Verrucius. Na van 1711-14 ambtman van het Goorecht geweest te zijn, werd hij in 1719 tet raad zijner geboorteplaats gekozen en in 1739 tot burgemeester ervan benoemd, wat hij tot 1756 gebleven is. Tevens bekleedde hij aanzienlijke staatsambten en betrekkingen elders, met name in den Haag. Hij had een groot aandeel in de omwenteling van 1747 en stond bekend als een vurig aanhanger van den prins van Oranje. In de onlusten te Groningen, Maart 1748, ondervond hij in ruime mate de toegenegenheid van het volk; hij werd letterlijk op de handen der menigte gedragen. Het was door zijn toedoen, dat het op-

[p. 794]

roer gestild en de bestaande regeering der stad hersteld werd. Bij de instelling van het jachtgericht werd v.I. luitenant-houtvester, terwijl hij zich in 1749 tot curator der Gron. hoogeschool benoemd zag. Ook was hij bewindhebber der West-Ind.-Compagnie. Hij was getrouwd (1709) met Bartha Johanna Gerlacius, die hem tien kinderen schonk.

Zie: Boekz. der Gel. wereld 1758, 108; Het beroerd Nederland II, 109, 120 en 122, en III, 155; Brucherus, Gedenkb. Stad en Lande 313; Gron. Volksalmanak 1849, 59, 69 en 141, en Ned. Familieblad XVII (1905), 366.

Zuidema