[Holleman, Frederik Arnold]
HOLLEMAN Jr. (Frederik Arnold), geb. te Oosterwijk (Noord-Brabant) 9 Sept. 1873, overl. te Leiden 2 Mrt. 1909, was de zoon van F.A. Holleman, fabrikant en W.J. van Hoven.
Hij werd van 1888 tot 1892 aan het Koninklijk Instituut voor de Nederlandsche Marine opgeleid, en in laatstgenoemd jaar benoemd tot adelborst 1e klasse. In Nederlandsch Indië kreeg hij een hevigen aanval van malaria, waarvan het gevolg was, dat hij in 1897 zijn ontslag uit den zeedienst nam. Hij studeerde van 1897 tot 1899 aan het instituut Montefiore te Luik, verkreeg daar in laatstgenoemd jaar het diploma van electrotechnisch ingenieur, en werd in hetzelfde jaar ingenieur bij de Eerste Nederlandsche Electriciteitsmaatschappij te Amsterdam. Hij bouwde eene electrische centrale te Veendam, en werd door die maatschappij ook met hare exploitatie belast. In 1902 trad hij in dienst bij de firma Geveke en Co. te Amsterdam, in 1903 richtte hij met den civiel ingenieur A. ten Bosch N.Jz. te Rotterdam eene vennootschap op, uit welke het centraal bureau voor technische adviezen en arbitrage ontstond. In 1905 trad hij op als tijdelijk ingenieur der gemeentelijke gasfabriek te Leiden, met de opdracht, eene electriciteitsfabriek aldaar te bouwen. In 1907 was deze gereed, en wijdde hij zich verder aan de exploitatie daarvan, toen hij door pleuris aangetast werd, die hem na een ziekbed van enkele maanden in het graf bracht.
Men heeft van hem: Verschillende artikelen over wisselstroomtechniek in het Vakblad voor den werkluigkundige en den electrolechnicus; enkele stukken over dit onderwerp in het weekblad de Ingenieur; Over electriciteitsmeters en stroomleveringstarieven (Deventer 1905).
Holleman huwde 25 Nov. 1901 met H. Backer Overbeek, die hem overleefde en bij wie hij 4 kinderen had.
Een levensschets van hem met portret, door N.W. van Doesburgh, komt voor in de Ingenieur van 10 Apr. 1909.
Ramaer