Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 762]
| |
die bij testament van 21 Nov. 1743, haar geheele nalatenschap, na aftrek van eenige legaten, vermaakte aan de kerken in de Indische gewesten, ‘alzoo haar oogmerk was, dat het koninkrijk van Onzen Heere Jezus Christus onder de Blinde Heydenen in de Oost-Indische gewesten mocht worden uitgebreid.’ Zij stichtte daarvoor een fonds, waarvan de renten moesten gedistribueerd worden aan de Indische kerken. Het beheer van dit fonds werd opgedragen aan de deputaten der Classis Schieland als gelastigde met de bezorging der Indische zaken en kerken uit naam van de Synode van Zuid-Holland, aan welke jaarlijks rekening en verantwoording moest worden gedaan. Haar boeken moesten mede gedistribueerd worden aan de Indische kerken en wel bijzonderlijk aan de verst afgezondene predikanten en kusten in Indië, ‘daar de Blinde Heydenen de boeken meest noodig hebben, welke boeken de predikanten onder hunne gemeente moesten laten blijven en ordentelijk uitdeelen.’ Uit M.S. Aant. van Dalen |
|