[Hoff, Lambertus van 't]
HOFF (Lambertus van 't), geb. 29 Febr. 1864 te Rotterdam, overl. 6 Oct. 1908, aldaar. Zijn vader Jacobus Henricus v. 't H. was geneesheer te Rotterdam en gehuwd met Alida Jacoba Kolff. In 1882 deed hij aan het Erasmiaansch gymnasium eindexamen, zoowel voor de afdeeling der natuurkundige vakken, als voor die der letteren, en werd daarna ingeschreven als student in de geneeskunde aan de universiteit te Amsterdam. In 1890 werd hij toegelaten als arts en in Jan. 1891 aangesteld als assistent aan het Buitengasthuis te Amsterdam, nadat hij nog enkele maanden in Freiburg in Br. colleges had gevolgd. 26 Febr. 1892 promoveerde hij op eene dissertatie getit.: Klinische waarnemingen op het gebied der acute infectieziekten. Eerst was hij eenige maanden gevestigd te Oosterbeek en verhuisde in Sept. 1892 naar Rotterdam, nadat hij op 19 Aug. te voren gehuwd was met Albertine Wesseline Henny. In Jan. 1893 werd hij benoemd tot 2den geneesheer aan het krankzinnigengesticht te Rotterdam, in welke betrekking hij werkzaam bleef tot deze werd opgeheven. In Apr. 1901 werd hij aangesteld tot tijdelijk leeraar in de scheepsgezondheidsleer en de eerste hulp bij ongelukken voor de afd. stuurlieden van de zeevaartschool te Rotterdam, en één jaar later definitief benoemd tot leeraar in de beginselen der gezondheids- en verbandleer aan dezelfde inrichting.
Van zijn hand verschenen de volgende bijdragen op wetenschappelijk gebied: Eine primair traumatische Psychose, gerichtsärtzlich beurteilt, in Viertelj.schr. f. gericht. Medicin und öffentl. Sanitätswesen, 1893; Morbus Basedowi, Een pathologische schrikreactie, in Ned. Tijds. v. Geneesk. 1895, I, 713; De artsencursussen te Berlijn, Ibid. II, 215; Eene door monstervorming gestoorde baring, in Ned. Tijds. v. verloskunde en gynaecologie. Jan. 1898; Leach en Spooner. Geneesk. gids voor den scheepskapitein. Uit het Eng. vert. (1905); Het geneesk. onderwijs op de Zeevaartscholen, in Tijds. de Zee, Oct. 1908.
Simon Thomas