(1806); Tableau d' Amsterdam, ou Guide des Etrangers par cette ville (1807); Verhandeling over het puntdicht (1810); Puntdichten (1809); Beknopte handleiding tot de decimaal-rekening enz. (1813); Omgewerkt door M. Lemans (1833); De Staatkundige dood van Bonaparte; Ode (1814); Bij het graf van mijne moeder (1814); Nieuwe puntdichten (1818, 3 st.); Epigrammatische anthologie, of keur van puntdichten uit de beste Nederlandsche dichters (1821); Volksliederen, gecomponeerd door J.G. Bertelman; Biographisch, Anthologisch en Critisch Woordenboek der Nederduitsche Dichters (1821-27, 6 dln.); Apophthegmen of gouden spreuken van P. Cz. Hooft (1822); De kleine Zimmerman, of de Aarde en hare bewoners (1825, 3 dln., met platen); Gedichten, met portret (1825); Historisch archief, of verzameling van echte stukken van Koningen, Vorsten, Staatsmannen enz. der XVIII eeuw (1825). Met G. Engelberts Gerrits schreef hij: Schoonheden en merkwaardige tafereelen uit de Nederlandsche geschiedenis (1825-29, 8 dln. met platen); Apollineum. Bijdragen, de Nederduitsche taal, dichtkunst, welsprekenheid en fraaije letteren betreffende (1823-26 3 dln.). In deze bundels komen ook stukken van anderen voor. Eenvoudige en gemakkelijke aanwijzing om de stenographie of kunst van snelschrijven, door middel van slechts twee karakters te leeren, volgens de uitvinding van Dr. Erdmann (1827, m. pl.); Galerij van Nederlandsche dichters (2 st. met portrett.); Nederduitsch Rijmwoordenboek waarin de bruikbare
rijmwoorden uit de beste dichters bijeenverzameld zijn (1829, 2de dr. 1849, 3de dr. 1865); Het leven en de verdiensten van J. Cats (1829, met platen); Het geheim der vrijmetselarij opengelegd (1831); Met God! Slagzang (1831); Algemeen Noodwendig woordenboek der Zamenleving (1831 tot en met het artikel Groenland door hem bewerkt; later door anderen voortgezet; Reizen naar vreemde landen, in het hoekje van den haard (Nieuwe uitgave 1848, met platen).
De Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden bezit van hem in handschrift een, naar 't schijnt tot eigen gebruik samengesteld, Nederduitsch-Deensch en Deensch-Nederduitsch Woordenboek, alsmede een verzameling van een dertigtal uit het Fransch of Hoogduitsch door hem vertaalde tooneelstukken; daarbij een oorspronkelijk getiteld: De zegepraal der Vrijheidsvrinden, Nationaal tooneelspel, met zang (1795).
Van de afzonderlijk door Witsen Geysbeek uitgegeven dichtstukken, die later in zijn bundel gedichten zijn opgenomen, is hier geen melding gemaakt. Hij bezat een uitgelezen boekerij, die kort na zijn dood in het openbaar verkocht is.
Zie: Algem. Konst- en Letterb. 1833, 290; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dichters; en Frederiks en van den Branden, Biogr. Woordenboek 275.
Zuidema