[Gericke, Dr. J.F.C.]
GERICKE (Dr. J.F.C.), broeder van G.F.A. Cericke (zie boven), geb. in 1798, overl. te Dusseldorp 15 Jan. 1857; was directeur van het Javaansch Instituut te Soerakarta, en meer dan dertig jaren in dienst van het Nederlandsche Bijbelgenootschap. Hij maakte zich bijzonder verdienstelijk als beoefenaar der Javaansche taal.
Zijne afbeelding bestaat in lithographie, doch is, als niet uitgegeven, zeer zeldzaam.
Hij schreef: Eerste gronden der Javaansche taal, benevens Javaansch leer- en leesboek, met eene woordenlijst (Batavia 1831); Schoolboekje ten behoeve van de Javaansche jeugd (Haarl. 1839); Javaansche tabellen (Haarlem, z.j. fol.); Leesboek voor de Javanen; zamengesteld uit stukken des Ouden en Nieuwen Verbonds (Haarl. 1841); Javaansch- Nederduitsch Woordenboek op last en ten dienste van het Nederlandsch Bijbelgenootschap zamengesteld. Uitgegeven op uitnoodiging van het Nederlandsche Gouvernement en verbeterd door Taco Roorda (Amst. 1847); A.D. Cornets de Groot, Javaansche spraakkunst. Uitgegeven in naam en op verzoek van het Batavische genootschap van kunsten en wetenschappen, door J.F.C. Gericke (1833 = Verhand. Bat. Genootsch. van K. en W. dl. XV), 2e dr. gevolgd door een Leesboek ter oefening in de Javaansche taal door J.F.C. Gericke (Amst. 1843).
Zie: Alg. Konst- en Letterb. 1857, 25.
Molhuysen