Zijn werken zijn de volgende: Pyrrhus. Koning van Epieren, treurspel uit het fransch van T. Corneille (Rott., P. van der Veer, 1698). De Mij. der Nedl. Lettk. bezit ook een ex. waarin het adres is overplakt met een strookje waarop: 's Gravenh., G. Gasinet (z j.); Manlius, blyeindend treurspel uit het fransch van Melle des Jardins (Amst., 1699); Zinnebeelden der liefde, met puntdigten en aanteekeningen (Amst., 1703 en 1725); Wagt me voor dat laantje, klugtspel [volgens de voorrede naar Palaprat, Attendez moy sous l'orme] den 2. druk na des auteurs hs. verm. en verb. (Rott., S. van der Veer, 1708; hiervan een 3. druk met zelfden titel maar z.j., waarin de drukfouten verbeterd zijn, en een uitg. Amst., 1735); De dood van Cyrus, treurspel uit Quinault vertaald [Rott., P. van der Veer. 1716, (voorrede ondert. T.N.) en naar een ander hs. Rott., A. Willis, 1717]; Gedichten en Rotterdamsche Arcadia (Amst. 1726).
Aan de inleiding op de Gedichten zijn de bovengemelde levensbijzonderheden ontleend. Er wordt daar ook gezegd, dat te onrechte aan E. een tweetal tooneelstukken, Virginia en De verliefde kok toegeschreven werden. Voorts vermeldt de uitgever een portret, ‘dewelke onder zekere schone berust, die de welgevoeglykheit niet toeliet daar om aan te spreken.’
Ebbinge Wubben