[Drieberge, Joannes]
DRIEBERGE (Joannes), zoon van den koopman Jan D. en Geertruida Oosterbaan, geb. te Leiden 11 Dec. 1686, overl. te Amsterdam 1 Mei 1746; studeerde aan het Remonstrantsch Seminarium te Amsterdam, werd 1711 predikant bij de Doopsgez. gemeente te Harlingen, hetzelfde jaar bij de Rem. gem. te Noordwijk, 1718 te Utrecht, 1725 te Rotterdam. In 1737 werd hij professor aan het Seminarium te Amsterdam; hij inaugureerde 5 Dec. met een Oratio de veritatis et pacis studio conjungendo. Behalve verschillende bundels preeken zijn van hem uitgekomen: De ware weg ten eeuwigen leven volgens het evangelie van Jesus Christus verklaart, met eene wederlegging van verscheide schadelijke misverstanden, in XVIII predikatiën, beneffens II predikatiën over de verdeeldheden der christenen, en IV over een onzijdig onderzoek van den godsdienst, door Benjamin Hoadly. Uit het Engelsch vertaald (Leiden 1719; Tweede druk 1733); Predicatie over het gedrag van Paulus tegen de Christenen voor zijne bekeering; Het Oude en Nieuwe Verbond aanééngeschakeld in de geschiedenissen der Joden en der aengrenzende volkeren sedert het verval der koningrijken van Israel en Juda, tot op den tijdt van Christus, door Humfrey Prideaux, uit het Engelsch (Leiden 1723, 2 dln.); Van dit boek verscheen spoedig een tweede druk, waarbij een belangrijk aanhangsel: Over de opkomst en voortgang der wijsbegeerte onder de Grieken en Romeinen; Aanmerkingen over het voorberigt van den Heer Johan van den Honert T.H. zoon, bediener des H. Evangeliums te Haarlem, voor zijne verhandelingen van Gods niet algemeene maar bijzondere genade (Amsterdam, 1726); Vervolg van Aenmerkingen, waarin het
antwoord des Heeren Joan van den Honert, T.H. zoon, op de voorgaande aenmerkingen wordt overwogen (Rotterdam 1727); De praedestinatione et gratia (Amst. 1744; ook in het Nederl. vertaald); Libri II, unus de bonis N. Foederis et futuro hominum statu, alter de baptismo et S. coena (Amst. 1746).
Zie: J.J. Wetstein, Sermo in funere J.D. (Amst. 1746, door Verwer in het Nederl. vertaald); Tideman, Rem. Broederschap2 reg. in voce; Archief Kerk. Gesch. VIII, 276; Glasius, Godgel. Nederl. I, 383.
Molhuysen