standplaats naar Deurninge en werd zoo de cerste pastoor in Deurninge. In 1760 werd hij aartspriester van Twente.
Van hem bestaat een geschreven familieboekje over het geslacht Davina.
Zie: ter Kuile, Geschiedenis van Espelo 115, 166-136; Geerdink, Bijdragen Twenthe 122, 398, 400, 427, 507; Röring, Kerkelijk en Wereldlijk Twente I, 200; Archief Aartsb. Utrecht II, 155; VIII, 369.
Janssen