[Cuyck, Jan Wouterszoon van]
CUYCK (Jan Wouterszoon van). Van dezen schilder-martelaar is niets anders te vermelden, dan wat reeds Johan van Beverwijck en na hem Tieleman van Bracht en Matthijs Balen Janszoon in hunne werken hebben te boek gesteld. Van Cuyck, schilder en glasschrijver, een man van onbesproken leven en wandel, was in 1572 als verdacht van ketterij gevangen gezet, maar de Regeering van Dordrecht, wel bemerkende de stemming der burgerij, dorst zijn proces niet beginnen. De schout Jan van Drenckwaert Boudewijnszoon, een jong man, liet zich door den schilder op de Gevangenpoort portretteeren in de gedaante van Salomo zijn eerste recht doende.
Op aandringen der geestelijkheid werd eindelijk van Cuyck tot den vuurdood veroordeeld, welk vonnis hij met eene vrouw, Adriaen-