[Crane, Johan de]
CRANE (Johan de), geb. te Middelburg 23 Febr. 1676, ald. overl. 31 Dec. 1746; studeerde te Francker, 13 Maart 1696 proponent, predikant te Nisse, en aldaar 7 April 1697 bevestigd, van waar hij in 1703 vertrok naar Oostkapelle. Zijn gezondheidstoestand noodzaakte hem in 1727 zijn ontslag te vragen. Na dien tijd woonde hij te Middelburg, doch beklom nog meermalen den kansel, zoodat hij zijn zes opvolgers te Oostkapelle bevestigd heeft. Hij gaf uit: Afscheyd- en Bevestigingspredicatie uyt Hand. XX vs. 26-28 (Middelb. 1728); Predicatie ter bevestiging van Do. D. Securius op Oost-Capelle, uyt Psalm L. vs. 5 (Middelb. 1733); Predicatie ter bevestiging van Do. G. Vrolijkhart op Oost-Capelle, uyt Jerem. XXXI vs. 6-9 (Middelb. 1739); Lijkpredicatie op de dood van J. Ratell, uyt Deuteronomium XXXIV vs. 2-4 (Middelb. 1739); Predicatie ter bevestiging van Do. L. Kolff op Oost-Capelle, uyt I Pet. V vs. 2-4 (Middelb. 1741).
Zie: Boekz. 1727, I, 621; II, 503, 1741, I, 376; 1747, I, 94; Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen I, 140; Visscher en van Langeraad, Prot. Vaderland II, 299.
Molhuysen