[Cornielje, Jan Hendrik]
CORNIELJE (Jan Hendrik), geb. 9 Juli 1801 te Leiden, overl. 26 Mrt 1859 te Middelburg, was de zoon van Hendrik David Cornielje en Jannetje Rozeboom. Nadat hij in 1823 te 's Gravenhage was bevorderd tot stedelijk heelmeester, vestigde hij zich te Zierikzee en kreeg daar weldra zoo'n goeden naam, dat hij in 1833 aan de provinciale klinische school te Middelburg benoemd werd tot lector in de heelkunde. Tegelijkertijd werd hij aangesteld tot heelmeester van het gasthuis. Zijne leerlingen waren zeer met hem ingenomen, daar zijn voordracht duidelijk was en hij in zijne lessen blijk gaf van uitgebreide kennis en ervaring. Zijn nerveus gestel maakte hem echter minder geschikt voor het verrichten van grootere operatiën, hetgeen op zijn klinisch onderwijs ook invloed had. In 1853 bij den overgang van de school tot eene gemeentelijke instelling bleef hij lector, maar in Juli 1856 nam hij zijn ontslag, omdat deze betrekking niet vereenigbaar was met het lidmaatschap van de provinciale geneeskundige commissie, dat hij toen aanvaard had. De school verloor in hem een uitstekend leeraar, die met grooten ijver werkzaam was en zelfs in de laatste jaren uit eigen beweging driemaal 's weeks poliklinisch onderwijs in de heelkunde gaf, dat door talrijke leerlingen gevolgd werd.
Geschriften van hem zijn niet bekend.
Simon Thomas