[Conradi, Petrus]
CONRADI (Petrus), zoon van den apotheker Albertus C., geb. te Leeuwarden 1707, overl. te Franeker 24 Juni 1781, studeerde te Franeker (ingeschr. 27 Aug. 1725) en te Leiden (ingeschr. 26 Mei 1733); hij werd 6 Oct. 1732 tot de evangeliebediening toegelaten, en 1735 tot lector in de theologie, en academieprediker te Franeker benoemd; 10 Oct. 1741 aanvaardde hij aldaar het professoraat met een Oratio inauguralis de necessariis theologi polemici virtutibus (Franek. 1741), in het Hollandsch vertaald o.d. titel: Intrêe-Reden over de pligt van eenen Godgeleerden in het wederleggen der dwaalingen (Harl. 1742). 3 April 1748 werd hem te Franeker honoris causa het doctoraat verleend. 1750 was hij Rector Magnificus.
Hij was 28 Nov. 1741 gehuwd met Christine van der Valk.
Hij schreef behalve gen. rede: Diss. chronologica de periodo annorum qui fluxerunt inde ab exitu Israëlitarum ex Aegypto usque ad extructionem templi Salomonis (Fran. 1732); Oratio funebris in memoriam Petri Laan (Fran. 1743), in het Hollandsch vertaald o.d. titel: Lijkreden op Petrus Laan, vertaald door Walter Hendriks Hofstede (Leeuw. 1743); Sermo academicus de necessario, sed probe administrando rationis usu in religionis revelatae negotio (Franek. 1752), in het Hollandsch vertaald o.d. titel: Akademische Redenvoering over 't noodzaakelijke dog welgeregelde gebruik der Reeden, in 't stuk van den Geopenbaarden Godsdienst, meestendeels ingerigt tegens het berugte beroeringswerk in veele kerken der Nederlanden (Rott. 1753); Redevoering over den verbazenden voortgang van het, door de Apostelen, in de weereld gepredikte Evangelie als een ontwijfelbaar bewijs voor de waarheyt van de Christelijke Godsdienst (Amst. 1767).
Zijn portret, door een onbekende, is op het stadhuis te Franeker.
Zie: Ypey, Kerk. Geschied. van de Achttiende Eeuw, VIII, 72, 73, 642, 643; Ypey en Dermout, Gesch. der Nederl. Herv. Kerk, IV, 68; Glasius, Godgel. Nederl. I, 302; Visscher en v. Langeraad, Prot. Vaderland II, 193; Boeles, Frieslands Hoogeschool II, 442.
Molhuysen