[Cock, Johannes de]
COCK (Johannes de) (Johannes dictus Cocus, Miles) stichter van een versterkt huis, of slot, binnen de stad Tiel (domus sive munitio cum fundo, sive area domus, in oppido Thylensi), waarschijnlijk het z.g.n. Hof van Arkel, aan het Hoogeinde, in den hoek, bij den voormaligen wal. Nadat hertog Jan van Brabant dit huis in 1273 nog versterkt had, droeg de Cock, door den hertog aangeduid als zijn Tielsche kastelein (castellanus noster Thilensis), dit pand, 20 Oct. 1274, aan den hertog van Brabant op en ontving het van dezen ten brabantschen rechte ter leen, met de bepaling, dat de hertog en zijn erven, zoo dikwijls als het hun gelegen mocht komen, zich daarvan konden bedienen tegen hunne vijanden, zelve daarin hun verblijf houdende, of hun volk daarin legerende, terwijl in dat geval de Cock en zijn erven in het huis zouden mogen verblijven. Bij afzonderlijke acte beloofde de hertog aan de Cock uit den tol te Tiel te zullen doen betalen de onkosten, welke hij, zoo aan de timmering van het huis, als tot aankoop van drie daarbij gelegen huizen, zou komen uit te geven. Het kasteel is gedurende een aantal eeuwen in het bezit van het geslacht de Cock gebleven. In 1646 liet Jhr. de Cock van Opijnen het vertimmeren en verbeteren en een torentje er bij bouwen.
Rink