[Carbasius, Nicolaas]
CARBASIUS (Nicolaas), zoon van Mr. Cornelis C., raadsheer in het Hooggerechtshof, en van Aagje Houttuyn, geb. te Hoorn 24 Juni 1795, overl. te 's Gravenhage 22 Mrt. 1834. Hij studeerde te Leiden (ing. 27 Oct. 1814) en promoveerde er 1819 op een Specimen exhibens disquisitiones de institutis juris publici et privati inter Batavos (L.B. 1819) tot mr. in de Rechten. Vestigde zich te 's Gravenhage als advocaat, doch nam kort voor zijn dood een benoeming tot rechter in de Rechtbank te 's Gravenhage aan. Hij was gehuwd met Gerardina Hoijer. Hij schreef: Over de verschillende gevoelens aangaande de afkomst van Witte van Haamstêe in Mnemosyne II (1831) 193; Over Jan van Heelu en zijn gedicht: de slag van Woeringen. Eene voorlezing in Nieuwe Werken van de Maatsch. d. Nederl. Letterkunde III; 2 (1834) 1-51.
Molhuysen