[Bylandt, Roeleman van den]
BYLANDT (Roeleman van den), of Bilant, tweede zoon van Hendrik (1) (kol. 379) en Johanna van Arendael, overl. kort vóór of in 1558, werd, toen hij meerderjarig was, beleend met Halt en Spaldorp. Evenzoo met de oplage te Keken en de veertol te Malburg. Dat moet dus geschied zijn na 1500, toen hij (nog) onder voogdij stond van Johan van Wijlich, die in het huwelijk trad met Roelemans jongste zuster, Geertruida (zie hoven) en een in 1333 door Otto en Johan van den Bilant aan het kapittel te Kleef gedane gift bevestigde. Het huis te Halt is in 1538 gebouwd door Roeleman en zijn vrouw, Barbara (‘Margriet’ echter naar het Geld. Leenregister 1904, 30, ook 134) v. Virmondt, (dochter van Ambrosius en van Agnes v. Pallandt) aan welke vrouw hij in 1544 Spaldorp tochtte. Ook Roeleman was betrokken bij het verdrag tusschen Gelre en Kleef (van 27 Juni 1538) en wel onder de getuigen van de zijde des hertogen van Kleef-Mark (Lacomblet No. 537). Drost van het land van Ravenstein, was hij een der raden van dezen vorst.
Volgens het Jaarb. v.d. Ned. Adel was hij de huwelijksvriend van zijn broederszoon Otto v.d. Bilant tot Reydt (1553); klaarblijkelijk is dit echter een vergissing voor zijn broeders kleinzoon, heer v. Reydt (zie art.) en bij dat huwelijk van Otto (met Maria van den Bongaerd) waren als huwelijksvrienden zijnerzijds ook aanwezig Adriaans beide andere zoons, Hendrik, de kanunnik, en Bertram, in 1558 gehuwd met Sophia v. Hauss (Geld. Leenr. 1904, 35). Dan komt de naam van Roeleman ons nog éénmaal voor (1556) en wel in verband met een klacht over Arnhem, maar één of twee jaar daarna moet hij overleden zijn, achterlatend 2 zoons: 1o. Johan (Verbond der Edelen IV, 476), drost van Gennep, in of ongeveer 1560 reeds Christina v. Wachtendonck (dochter van Herman en van Aleid Schenck v. Nydeggen) met drie kinderen achterlatend; 2o. Hendri(c)k (2) (kol. 380), na den dood zijner moeder (1565) in 't volgend jaar beleend met Spaldorp, een krijgsman, die zich volgens den in 't Jaarb. v.d. Ned. Adel IV, 102, aangehaalden v. Mieris, Historie der Ned. Vorsten III, 71-72 onder Maarten v. Rossum in 1543 bij den aanval op Amersfoort had onderscheiden en ongehuwd overleden is in 1568. Dan nog: drie dochters, n.l. Agnes (overl. 1615), Anna (overl. na 1563) en Geertruida (gest. 26 Oct. 1516) als wier moeder in het Geld. Leenreg. t.a.p. weer genoemd Margriet v. Viermont.