Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 377]
| |
1638, overl. vóór 1701; zoon van Roeleman en van Margaretha Judith van Oye. Hij werd in de ridderschap van Nijmegen geadmitteerd 14 Oct. 1661 en compareerde daarin tot 1671. Hij was in 1674 kolonel in staatschen dienst, in het regiment cavaleric van Hendrik Casimir, stadhouder van Friesland; zijn regiment was in de vierde brigade, onder commando van den graaf van Wittgensteyn, in den slag bij Senef. Van Bylandt huwde tweemaal. Eerst te Praag 23 Maart 1662 met Louisa des H.R.R. gravin von Dohna (1633-1690), dochter van burggraaf Christoph II, gouverneur van het prinsdom Oranje, en van Ursula gravin van Solms Braunfels. Daarna hertrouwde hij met Petronella van Duren, die in 1703 als weduwe voorkomt. Zij was van burgerlijke familie, waarom de echtheid van dit huwelijk werd betwist en waarover zij de familie veel kostbare processen aandeed. Uit het eerste huwelijk sproten drie kinderen t.w. Roeleman Frederik Neomagus, graaf v.B., als ritmeester in staatschen dienst 1 Juli 1690 bij Fleurus gesneuveld; Amalia Louisa Wilhelmina, echtgenoote van Johan Philips baron van Eynatten; en Albertina Henrietta, gehuwd met Johan Frederik graaf von Dohna, markies van Terrassière, bekend uit de veldslagen bij Ekeren en Malplaquet. Zie: Jaarb. Ned. Adel IV, 113-115; Sylvius, Leven van Willem III, I, 250; van Spaen, Inleiding IV, 33; van Sypestein en de Bordes, Verdediging van Nederl. in 1672 en 73; Bosscha. Ned. Held. te Land II, 473, 479. Regt |
|