Oostenrijk in die dagen, welke aan de Brabantsche revolutie voorafgingen, hem eene menigte schotschriften, zware beschuldigingen en caricaturen, Toen de regeering van Joseph II was omvergeworpen, verliet hij het vaderland en kwam eerst te Brussel terug in 't gevolg der Oostenrijksche legers. Joseph II schonk hem toen een rijk pensioen en hij kon zich uitsluitend wijden aan zijn neiging voor de schoone kunsten en wetenschappen en door reizen zijn smaak louteren en zijn oordeel versterken. Sinds 1785 doorkruiste hij de voornaamste landen van Europa, en om zich voor te bereiden tot het schrijven van zijn werk over de schoone kunsten, ging hij in 1806 opnieuw naar Duitschland om de voornaamste schilderijenmusea te bezoeken. Bij een dezer reizen, gedurende de tweede fransche bezetting, werd hij door eene saksische roofbende voor een franschen spion gehouden en zijn rijtuig geplunderd, waarbij zijn papieren verloren gingen. Naar Jena gebracht werd hij uit hun handen verlost door vorst van Hohenlohe, die hem kende.
Burtin was een man, die door zijn studie en reizen zich met de letterkunde van vele landen van Europa had bekend gemaakt en zelfs italiaansche verzen schreef in navolging van Ariosto. Zijn werk over de schoone kunsten was alleen reeds in staat om hem beroemd te maken. Zelf bezat hij een beroemd kabinet, waarop hij zeer trotsch was en wel zóó, dat zijne waardeering en liefde daarvoor de zwakke zijde van zijn geleerden en schranderen geest uitmaakten: de Feller verhaalt, dat hij den beroemden schilder David, die, naar het schijnt met recht, aan de echtheid van een schilderstuk van Rubens in dit kabinet twijfelde, eenvoudig aan de deur zette. Na zijn dood werden zijne schilderijen met inbegrip van dezen Rubens ver beneden zijne waardeering verkocht.
Hij schreef: Voyage minéralogique de Bruxelles par Wavre à Court-Saint-Etienne (Harlem 1781); Des bois fossiles
découverts dans les différentes parties der Pays-Bas (Harlem 1781); Réflexions sur les progrès de la fabrique du fer et de l'acier dans la Grande-Bretagne (Londres 1783); Des végétaux indigènes qui peuvent remplacer les exotiques in Mém. couronnés par l' Académie de Brux. 1784; Oryctographie de Bruxelles, ou description des fossiles tant naturels qu'accidentels découverts jusqu'à ce jour dans les environs de cette ville (Brux. 1784); Voyage et observations minéralogiques depuis Bruxelles par Wavre jusqu'à Court-Saint-Etienne in Mémoires de l' Acad. de Brux. V, 1788); De Febribus (Louvain 1787); De la meilleure méthode d'extirper les polypes internes (Brux.); Mémoire sur les bois d' Allernes in Verhandelingen der Holl. Maatschappij der wetenschappen te Haarlem XXI; Réponse à la question de physique proposée par la Société de Teyler, sur les révolutions et l'âge du globe terrestre (Haarlem 1790; met Nederl. vert. Dit werk werd door Teyler's Genootschap bekroond); Réflexions sur le caractère qu'ont développé les Belges et particulièrement les Braban çons pendant l'occupation des Pays- Bas par les Français (Brux. 1793); De revolutione belgica carmen hexametrum et de revolutione gallica carmen distichon (1793); Traité théorique et pratique des connaissances nécessaircs
à tout amateur de tableaux et à ceux qui veulent apprendre à juger, apprécier et conserver les productions de la peinture, suivi d'observations sur les collections publiques et particulières, et de la description des tableaux que possède en ce moments l'auteur (Brux. 1808. 2 dln. 8o. Met platen en portret v.d. schrijver; 2o. Ed. met portret. Luik 1846); Des causes de la rareté de bons peintres hollandais dans le genre historique (Har-