Kist. Hij was in zijn tijd een der meest beminde predikanten te Dordrecht en predikte, vooral in de eerste jaren van zijn dienst steeds voor een talrijke schaar. Zijne gaven voor den kansel moeten ongemeen zijn geweest. Geen wonder, dat vele gemeenten hem als leeraar wenschten te bezitten. In 1758 bedankte hij te Zalt-Bommel voor Kampen en Zierikzee, kwam in 1763 in aanmerking voor een prolessoraat te Harderwijk en wees in 1769 een beroep als predikant te Utrecht van de hand, ofschoon aan die standplaats een professoraat verbonden was. Van stadswege erkende men dit door hem in 1770 tot hoogleeraar in de Godgeleerdheid bij het lycaeum te benoemen. Na honoris causa te Harderwijk tot Theologiae Doctor bevorderd te zijn, aanvaardde hij 21 Jan. 1771 zijn bediening met een Oratio de causis imminutae Christianae rei. Later werd hij Curator der Latijnsche school, maar in 1795, bij de nieuwe organisatie van het Collegie der Curatoren, na veeljarigen dienst ontslagen.
Brouwer heeft in het licht gegeven: Kort ontwerp van de voornaamste waarheden der Hervormde Belijdenis (Zalt-Bomm. 1764, 1769, 1779); Eerste beginselen ten dienste der kleine kinderen der Hervormde Belijdenis (Zalt-Bomm. 1764, 1769, 1779); De XXVste Psalm in eene doorgaande verklaring, alsmede Psalm LXXXIV, Jesaia XXXII en Lucas V in Leerredenen geopend (Dordr. 1770); Gods wetdadigheid aan Dordrecht (Dordr. 1770); Aanprijzing tot het heilig zingen, ter gelegenheid van de vergadering der Psalmberijming in de Hervormde Gemeente van Nederland op hoog gezag bepaald (Dordr. 1774); Leerrede over den 1sten brief van Paulus aan Timotheus (Dordr. 1775); Leerredenen over II Timotheus (Dordr. 1778); Leerredenen over het Heilig boek genaamd Esther (Dordr. 1779); Brief van E.D.P. (een Dordtsch Predikant) aan zijn zoon over het Biddagwerk bij Hervormde Betijders (Amst. 1782); Verhandeling over de Voorreden van Hieronymus, voor de zeven algemeene Brieven van Jacobus, Petrus, Johannes en Judas, in Akademie der Geteerden, of Uitspanningen ter opheldering van de H. Schrift, II, 34; Over het opschrift en redekundig beleid van den Goddelijken Veldzang, Jes. V. 1-7; Aanmerkingen over een deel van Simeons tofzang, en Verhandeling over Psalm III: 7-14, in Bundel van Godgeleerde Oudheidkundige en Letterkundige Oefeningen, III: 3; IV: 1.
Hij schreef ook eene Voorrede voor de Philosophische redekunde van G.F. Meijer, vertaald door J.W. ter Haar, en bezorgde eene nieuwe, verbeterde uitgaaf van het bekende werk van Joh. Martinus: Geestelijke hartsterking tegen der geloovigen geestelijken strijd in hunne zwakheid, in XV Predikatien, meest bij het H. Avondmaal voortijds gehouden (Dordr. 1772. 2 dln.)
Brouwer was een man van veelomvattende theologische kunde. Zijn oostersche geleerdheid deed hem reeds vroeg bij het Athenaeum te Amsterdam in aanmerking komen, ter vervulling van een leerstoel. Ook in de natuurkunde was hij evenmin een vreemdeling als in de geschiedenis, taal- en dichtkunde, waarvan onder anderen ten getuige strekt zijne revisie van het uitgebreide werk van P.H. van de Wall, Handvesten en Privilegiën van Dordrecht.
Zie: Visscher en van Langeraad, Het Prot. Vaderland I, 650.
Molhuysen