[Broecke, Jacobus Cornelis van den]
BROECKE (Jacobus Cornelis van den), geb. 16 Mrt. 1799 te Aardenburg, overl. 18 Aug. 1870 te Middelburg, was de zoon van Abraham van den Broecke en Adriana Jacoba de Jonge. Hij kreeg zijne eerste opleiding te Aardenburg, Sluis en Middelburg en werd, 18 Sept. 1816, ingeschreven als student in de geneeskunde te Leiden. Nadat hij gedurende zijn studententijd met goud bekroond was te Leiden voor de beantwoording van een prijsvraag over de Arachnoidea, en later te Gent eene gelijke belooning mocht ontvangen voor het beantwoorden van een prijsvraag over de Zelfontbranding, promoveerde hij in laatstgenoemde plaats in 1822, na verdediging van een proefschrift Over de Columba. Hierna vestigde hij zich als geneesheer te Middelburg en trad in 1823 in het huwelijk met Cornelia Susanna Bomme. Niettegenstaande hij eene groote praktijk uitoefende, was hij toch nog werkzaam in verschillende commissiën; zoo was hij jaren lang voorzitter van het Natuurkundig Genootschap te Middelburg en president van de Provinciale geneeskundige commissie. In 1848 was hij lid der Staatscommissie voor de herziening der geneeskundige wetten. Door de bemoeiingen van hem en A.A. Fokker werd de Provinciale geneeskundige school te Middelburg, die in 1853 door het bestuur der provincie werd opgeheven, overgenomen door de gemeente en van nieuwe leerkrachten voorzien.
Na de opheffing van deze school in 1866 heeft hij nog getracht die om te werken tot eene inrichting voor opleiding van candidaat-artsen en pharmaceuten, maar dit is niet gelukt. Enkele