[Bosch, Jeronimo de (1)]
BOSCH (Jeronimo de) (1), bijgenaamd van Wolfs winkel, voorvader van bekende dragers van dien naam in de 18e en 19e eeuw. In een aanteekening van Jeronimo de Vries achter de lofrede van D.J. van Lennep op Jeronimo de Bosch (1740-1811) worden enkele familieoverleveringen aangaande dezen voorvader meegedeeld. Hij behoorde tot den deftigen stand van Amsterdam, zou afkomstig zijn uit Spanje, en voelde veel voor spaansche letterkunde. In 1665 was hij te Madrid, in 1666 te Cadix, naderhand, blijkens zijn laatsten wil, in St. Domingo. Als slachtoffer van zijn vrijmoedig geloof en wettig verkregen vermogen in Spanje werd hij, naar men zegt, door Spanjaarden met langzaam werkend vergif om 't leven gebracht. Hij was een man van aanzien en werd misschien door de regeering met een zending in Spanje belast. Hij vertaalde uit het Spaansch: Eenige stichtelyke tractaatjes van Don Francisco de Quevedo ('s Grav. 1667), waarvan de opdracht aan zijn leidschen vriend, den tooneeldichter Willem van Heemskerk, onderteekend is: ‘Madrid, 1665’ en een ‘Nadreun’ op een lofdicht van dien van Heemskerk, gedateerd werd: ‘Cadiz 1666.’ Het 2de en 3de traktaatje in dezen bundel zijn vertaald te Madrid in 1635; toen was hij dus reeds in Spanje. In 1717 verscheen, door zijn kleinzoon Jeromino de Bosch bewerkt, een tweede druk bij J. Oosterwijk te Amsterdam, in 1730 een derde. Ook wordt aan hem toegeschreven (Navorscher XV (1865) 302): De geest van Ferrante Pallavicino. In t'samenspraec vervattende de gelegentheit van de paus, en der Geestelijcken. Vermenght met eenighe redenen over den stant der Geesten, en 't gevoelen van eenige huidendaaghsche schrijvers. Uytet Italiaans
vertaelt door J.D.B.
Zie: Mnemosyne 1820, 69.
Ruys