[Bolck, Gerardus]
BOLCK (Gerardus), geb. te Vianen 11 Oct. 1644, als zoon van Herman en Anna Pijl, overl. te Brussel 7 Febr. 1716. Hij werd 30 Sept. 1661 Jezuïet, onderwees de godgeleerdheid in het studiehuis zijner orde te Leuven en was later examinator synodalis. Hij bestreed onder de schuilnamen: Cornelius Zegers, Gerardus van Vianen en Ulicus Jonson eenige zedekundige leerstellingen van P.F. Gabriël Leodiensis en vooral van den jansenistisch-gezinden leuvenschen hoogleeraar Gummarus Huygens, eerst in afzonderlijke, te Keulen 1680-82 gedrukte werkjes, daarna bij de openbare verdediging van stellingen door zijn leerlingen te Leuven in 1683. Daaruit ontspon zich een heftige theologische strijd, gevoerd in openlijk verdedigde theses en anti-theses, en in brochures, waarin Bolck zich (naar den naam zijner moeder) Erasmus Pilius noemde. Aan Huygens' zijde stond nog de hoogleeraar J.L. Hennebel. Tegen beide laatsten kozen o.a. de Dominikanen partij. Een nieuw strijdpunt vormde de onderteekening van het formulier van Innocentius X van 31 Mei 1653, die door Bolck en zijn ambtgenoot Lamb. Ghijs, als examinatores synodales, gevorderd werd van twee examinandi. Naar aanleiding daarvan beschuldigde hem J.F. de Ladersous, de abten van Dieghem, Caudenberg en Grimbergen op bedrieglijke wijze tot onderteekening van genoemd formulier gedwongen te hebben. Bolck wees de valsche aantijging af in zijn Scriptiuncula apologetica. Ook nu weer hadden beide partijen haar aanhangers en verdedigers. Sommervogel meent hem ook een brochure te moeten toeschrijven, tegen Opstraet gericht. Onder den schuilnaam: Joannes Segers schreef hij nog: Apologia pro Patribus Jesuitis Belgis (Coloniae 1690).
Zie: Hurter, Nomenclator literarius3 (Oeniponte 1910) IV, 723; Sommervogel, Biblioth. d.l. Comp. de Jésus I, 1607; Rivière, Corrections et additions à la Biblioth. d.l. Comp. de Jèsus, 3e fasc. (Toulouse 1913) 370.
van Miert