[Bochoven, Mr. François van (2)]
BOCHOVEN (Mr. François van) (2), geb. 1675 te 's Gravenhage, zoon van Jacob van B., den broeder van François (1). Hij werd 20 Sept. 1695 ingeschreven als student in de letteren te Leiden, maar promoveerde later tot Dr. in de rechten. Hij huwde te Overschie 25 Juli 1703 met Belia Brandwijk van Blokland, geboren te Dordrecht, en was toen reeds te Dordrecht gevestigd, maar komt aldaar niet voor op de lijsten der advocaten voor de Schepenbank, de Hooge Vierschaar of het Hof van Holland. Wel was hij in de jaren 1703-04, 1707-08, 1711-12 en in 1715-16 lid en soms president van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuid Holland, sedert 1712 regent van het Oude-Mannen- en Vrouwenhuis en sedert 1719 lid van het College der Goede Lieden van Achten. In 1728 werd hij benoemd tot Raadsheer in het Hof van Holland, waardoor hij Dordrecht verliet en in den Haag moest wonen. Hoogstwaarschijnlijk zijn de volgende gedichten aan hem toe te schrijven: De Oplocht der Bondgenooten (1702, 4o); Eerlant, harderszang op de dichtkunst van joffrou Maria de Vries (4o.); Lijkgedachtenis van den Heere Joan van Broekhuizen, prins der Latijnsche dichteren (Dordr. z.j. (1708) 4o); Mintriomf over het huwelijk van den Heere Adriaen van den Santheuvel en jongkvrouwe Alida Everwijn van Brandwijk, voltrokken den III van Sprokkelmaent MDCCVIIII (4o.); Ter uitvaart van den Weledelen Groot Agtbare Heere Johan Halling In zijn leven Borgermeester en Raad der stad Dordregt in Ned. en Lat. Keurdigten (Rott. 1710).
Zie: Heerenboekjes van Dordrecht; Cat. der Bibl. der gemeente Dordrecht.
van Dalen