[Blijenburgh, Adriaen van (6)]
BLIJENBURGH (Adriaen van) (6), geb. te Dordrecht 1589, overl. aldaar 1630, was de zoon van Jacob van Blijenburgh en Maria Carré (kol. 176). Hij was heer van Naaldwijk, waardijn der Munt van Holland, schout van Dordrecht sedert 1626 en ridder van de orde van St. Michel. Hij vervulde bovendien verschillende gezantschappen en commissiën en was een groot beminnaar en beoefenaar der letteren, hoewel hij nimmer gedichten heeft uitgegeven. G.D.J. Schotel gaf een deel zijner brieven en gedichten uit in: Theodori Rijckii, Joh. Georgii Graevii, Nicolai Heinsii ad Adrianum Blijenburgum et Adriani Blijenburgi ad diversos epistolae ineditae (Hagae Comitum 1843). Hij was gehuwd met Carolina van Beveren, dochter van Willem v.B. (3) (III kol. 113) en daarna met Sarade Roovere Pompejusdr. Uit beide huwelijken liet hij kinderen na.
Zijn door J. van Ravesteyn geschilderd portret (1612) in het Rijksmuseum.
Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 994.
van Dalen