[Berkhout, Johan Teding van (2)]
BERKHOUT (Johan Teding van) (2), heer van Sliedrecht, erfridder, baronet van het Heilige Roomsche Rijk. Geb. te 's Gravenhage Jan. 1648, overl. ald. 23 Mrt. 1720, zoon van Mr. Paulus T.v.B. (1) en Jacomina v.d. Vorst (kol. 133).
Hij ontving zijn opleiding aan de Hoogeschool te Leiden, waar hij den 12 Sept. 1615 als stud. in de geschiedenis en letteren werd ingeschreven.
Op twintigjarigen leeftijd reisde hij als edelman van het Hollandsch gezantschap in het gevolg van Hieronymus van Beverningk naar den Vredehandel te Aken. In 1669 vestigde hij zich te Monnikendam, waar hij achtereenvolgens werd aangesteld tot: pensionaris 1672, raad en vroedschap 1673, burgemeester 1674, schout 1676-1723 (Commissie Domein- en Rekenkamer 31 Aug. 1676); baljuw en dijkgraaf v. Waterland, Catwoude en Marken (Comm. als voren), convooimeester (Comm. St. Gen. 19 Nov. 1692), lid van Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier wegens Monnikendam; gedeputeerd in de Generaliteitsrekenkamer 1700; raad ter Admiraliteit in West-Friesland en 't Noorderkwartier (Comm. St. Gen. 24 Aug. 1709, 19 Aug. 1713 en 19 Aug. 1719.)
Berkhout schijnt met financieele moeilijkheden te kampen te hebben gehad, want in 1695 verkocht hij o.a. om zijn schulden te dekken zijn huis op den Vijverberg te 's Gravenhage voor f 16000 en de heerlijkheid Sliedrecht voor f 6800. (Zie o.a. Journaal van Huygens II, 535).