[Bell, Robertus]
BELL (Robertus), verdienstelijk onderwijzer te Amsterdam, waar hij 9 Febr. 1793 uit onbemiddelde ouders geb. werd en 28 Mrt. 1874 overleed. Eerst als kweekeling en ondermeester aan een der stads-armenscholen werkzaam, werd hij in 1819 tot hoofd van een zoodanige school aldaar benoemd, wat hij 50 jaar gebleven is. Kort te voren, toen onze regeering bekwame hoofdonderwijzers voor Belgische scholen zocht, werd hem een betrekking in dat land aangeboden, maar hij wilde Amsterdam niet verlaten. Evenals zijn tijdgenooten Jac. Acquoy, W. Degenhardt en Jelgerhuis Swildens (zie die artt.), was ook Bell een sieraad van het lager onderwijs in die stad. Hij was jaren lang een ijverig medewerker aan het Nederl. Woordenboek van de Vries en te Winkel, voor welke medewerking hem uit erkentelijkheid het lidmaatschap der Maatsch. van Ned. Letterkunde werd aangeboden.
Bell schreef een Bloemlezing, met taal- en geschiedkundige aanteekeningen, in de Volksletterkunde, uitgegeven door den Vriend van armen en rijken. Verder was hij medewerker aan een boekje, getiteld: Belooning voor betoonde vlijt en goed gedrag op de stads-armenscholen te Amsterdam, dat destijds veel als prijs op die en andere scholen werd toegekend. Voorts heeft men van hem een bundeltje gedichten, getiteld: Ter gedachtenis (1832), en nog enkele andere geschriften.
Zie: Jeronimo de Vries in Levensber. Letterk. 1875, 3.
Zuidema