[Becker, Victor]
BECKER (Victor), broeder van den voorg., geb. te Wijk-Maastricht, 27 Aug. 1841, Jezuïet geworden 27 Sept. 1859, priester 8 Sept. 1873, overl. te Oudenbosch 10 Febr. 1898. Van zijn jeugd af toonde hij groote belangstelling in de natuur en legde reeds als knaap een verzameling fossielen aan. Vooral door eigen studie bekwaamde hij zich in de wis- en natuurkundige vakken, die hij gedurende 27 jaar aan zijn jongere ordebroeders te Mariëndaal bij Grave en te Oudenbosch onderwees. Op dit terrein bewegen zich dan ook de talrijke artikelen, die hij schreef in Studiën op godsd., wetensch. en letterk. gebied. Voor de geologie van Noord-Brabant zijn van belang: Het zwerfblok van Oudenbosch en zijn omgeving (1881) en De jongste geologische onderzoekingen in het Diluvium van Noordbrabant en Limburg (1895). In de Etudes religieuses, philosophiques et historiques (Paris 1877) plaatste hij: Un duel darwiniste. Naar Ranke bewerkte hij: De mensch, zijn tegenwoordige en praehistorische rassen, dat afzonderlijk verscheen (Nijmegen 1897). Sinds 1881 trok het onderzoek naar het auteurschap der ‘Navolging van Christus’ bijzonder zijn aandacht. Thomas a Kempis vond in hem een overtuigd en warm verdediger. Van 1881-98 verschenen over deze kwestie van zijn hand een lange reeks kleinere en grootere opstellen in Studiën, De Katholiek, De Wetenschappelijke Nederlander, Onze Wachter en Précis historiques (Brussel 1889). Zijn conclusies vatte hij samen in twee opstellen, geplaatst in Het jaarboekje van Alberdingk Thym 1897 en De Dietsche Warande 1897. Reeds in 1882 had hij afzonderlijk uitgegeven: L'auteur de l'Imitation et les documents
Néerlandais (La Haye). Nog plaatste hij in de Bijdr. en