werd van 1864 tot 67 een stoomgemaal met zeesluis en toebehooren voor die polders gebouwd.
Van 1864 tot 77 werd door hem de droogmaking der Schielandsche plassen, voor welke J.A. Beyerinck een voorontwerp had gemaakt, ontworpen en uitgevoerd. Hij vestigde zich daarvoor te Kralingen. Er werden 4 stoomgemalen gesticht, en de polder bekwam den naam Prins-Alexanderpolder. Dit is het belangrijkste door Backer uitgevoerd werk.
Van 1872 tot 78 werd onder hem en prof. N.H. Henket te Delft een tweede stoomgemaal voor Mastenbroek gebouwd. Van 1876 tot 81 was hij werkzaam aan een plan voor verbetering van den waterafvoer van het polderdistrict de Veluwe. Ondertusschen werden nog ontwerpen, gedeeltelijk tot uitvoering gekomen, voor tal van nieuwe werken op het gebied van bemaling en waterafvoer gemaakt. In 1886 trok Backer zich uit het werkdadige leven terug.
Hij huwde 6 Mrt. 1863 te Buiksloot J. Boer, die 25 Mrt. 1869 te Kralingen overleed, en 30 Mrt. 1882 te Kralingen J.J. van Ogten, die 25 Nov. 1888 te 's Gravenhage overleed. Hij had geen kinderen.
Men heeft van hem: Rapport over den waterstaatstoestand van het polderdistrict Veluwe (Leiden 1882).
Een levensschets met portret door W. Brandsma Jz. komt voor in den Ingenieur van 1898.
Ramaer