[Andringa, Tjaard van]
ANDRINGA (Tjaard van), komt voor 25 Juli 1509 als grietman van Utingeradeel en Aengwirden. Hij was waarschijnlijk de zoon van Goffe (niet Gosse, zooals van der Aa vermeldt) van Andringa en Geel Rienck sdochter. Hij deed afstand vóór 15 Mei 1511 als grietman van Utingeradeel, want op dien datum komt zijn opvolger voor, maar hij bleef toen wellicht grietman van Aengwirden. Later werd hij echter ook wederom grietman van eerstgenoemde grietenij. Hij was de Geldersche partij genegen en toen hij zich tijdens de troebelen met andere regenten in den omtrek van Sneek bevond en daar zijn ambt waarnam, wilde men hem beletten om zonder toestemming van de Geldersche bevelhebbers, vrij in en uit de stad te gaan. Ten gevolge van de overwinningen door de Bourgondischen, werden zijn goederen verbeurd verklaard en aan Michiel Schrijver en Lenaard Huyge gegeven. Hij liet een zoon na.
Zie: Baerdt van Sminia, Nieuwe naamlijst van grietmannen, 326; A.J. Andreae Nalezing op het vorige werk (Leeuw. 1893) 104.
Wumkes