Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 36]
| |
Amsterdam, en Elisabeth van Hoeff. Volgens zijn eigen aanteekening studeerde hij anderhalf jaar philosophie te Leuven, en een half jaar theologie en kerkelijk recht te Parijs, alvorens hij naar Keulen kwam. Hier werd hij 1 Aug. 1562 aan de universiteit ingeschreven - wellicht was hij toen reeds baccalaureus - en studeerde er nog anderhalf jaar. Den 21. Aug. 1562 sloot hij zich bij de Societeit van Jezus aan en werd in 1566 priester. In 1572 was hij te Mainz werkzaam, in 1574 te Trier. In 1578 volgde hij den Bosschenaar Arnold Havens op als rector van het Jezuïeten-college te Keulen, bleef die waardigheid bekleeden tot 1581, bestuurde het Triersch college 1581-84, daarna weer het Keulsche, doch overleed reeds het volgend jaar aan de pest. Hansen, de uitgevers der Epistolae Nadal (tom. III en IV) en Braunsberger (Canisii Epistulae et Acta IV) verwarren hem meermalen met Floris van Bouchorst. Zie: Bijdragen v.d. gesch. v.h. bisdom Haarlem I, 377; Hansen, Rheinische Akten zur Gesch. des Jesuitenordens (Bonn 1896) Regist. i.v. Florentii; Monumenta histor. Soc. Jesu, Epistolae Nadal II, 573; Duhr, Geschichte der Jesuiten in den Ländern deutscher Zunge I, 99. van Miert |
|