[Wolters, Jan Berend]
WOLTERS (Jan Berend), verdienstelijk boekverkooper en uitgever te Groningen, waar hij in 1806 geb. werd en 27 Juli 1860 overl. Na eerst op een praktizijnskantoor werkzaam geweest te zijn, begaf hij zich pas op Iateren leeftijd in den boekhandeI, daartoe goeddeels gedreven door zijn lust tot letterkundige studiën. Op zijn 30ste jaar richtte hij een eigen zaak te Groningen op en breidde deze gaandeweg aanzienlijk uit. Om zijn zin voor kennis en beschaving te bevredigen zocht W. gaarne omgang en verkeer met geletterde lieden; als ontwikkeld mensch beschouwde hij zijn boekhandel niet alleen als een handelszaak, maar tevens als een schoone gelegenheid om verbreiding van kennis en beschaving in de hand te werken. Gehuwd (27 Apr. 1839) met Wilhelmina ter Horst, werd zijne echt niet met kinderen gezegend. In 1845 nam hij als leerling in zijn zaak zijn zwager Eduard Benjamin ter Horst op (geb. 10 Mrt. 1828, overl. 30 Nov. 1896), die na zijn dood de leider van zijn zaak zou worden. En het was vooral onder dezen bekwamen opvolger, dat de boekhandel J.B. Wolters in een bloeiende uitgeverszaak veranderd werd. Na en naast het tot stand brengen van een aantal grootere werken volgde een uitgaaf van verschillende schoolboeken, zich aansluitend bij de in die dager sterk ontwakende zin voor verbeterd onderwijs in Nederland. Begaafd met groote werkkracht en een helder verstand, geestig met het woord, opkomende voor zijn belangen en die zijner auteurs, wist ter Horst, ‘wikkende, wegende en wagende’, bekwame onderwijsmannen, als Bouman, Salverda, de beide Leopold's enz. aan zich te verbinden. Ook voor het middelbaar en hooger onderwijs slaagde hij er in mannen als Diephuis, Cremers, van den Es, Jonckbloet, Wijnne, Blok, Oppenheim, Bos (P.R.)
en zooveel anderen voor zijne zaak te winnen.
In zijne school werden gevormd zijn oudste zoon Eduard Benjamin ter Horst Jr., die in 1894 de firma overnam, en C.P. Wolthers, die na het overlijden van E.B. ter Horst Jr. bij de omzetting der zaken in een naamlooze vennootschap ten jare 1906, met B.A.G. Ubink als directeur optrad.
Voor de belangrijke, goed geïllustreerde en zorgvuldig uitgevoerde schoolboeken der firma J.B. Wolters kan verwezen worden naar haar fondscatalogus, welke voor schier elk gebied van onderwijs uitmuntende uitgaven vermeldt. Naast haar woordenboeken voor oude talen (Engelbregt, van den Es, Mehler, Van Wageningen) gaf zij een stel woordenboeken voor nieuwe talen (ten Bruggencate, van Gelderen. Herckenrath, Koenen), naast haar meer dan 100 Schoolplaten voor aanschouwing- en zaakonderwijs (aardrijkskunde, geschiedenis en natuurlijke historie) haar 15 Wandkaarten voor aardrijkskundig en bijbelsch onderricht. Op ander gebied worden in die fondslijsten als uitgaven van den laatsten tijd vermeld: Polak, Handboek voor het Nederlandsch handelsrecht, Holleman's leerboeken der chemie, van Gelder's geschiedeniswerken, Kalff's Gesch. der Nederlandsche Letterkunde, de Snoo, Leerb. der verloskunde, van Milligen, Ontwikkelingsgang der muziek, Wildeboer's Oud-Testamentische werken enz. enz.
Zie: L.S.P. Meyboom, in Bijdragen tot de Gesch. v.d. Ned. Boekh. I, 1884, 153; en A.C. Kruseman, Bouwstoffen II, 638.
Zuidema