[Vries, Nicolaas Hendrik de]
VRIES (Nicolaas Hendrik de), zoon van Didrik Arnold de Vries en Aafje Ris (kol. 1356), geb. 22 Aug. 1729 te Enkhuizen, aldaar overl. 13 Oct. 1809; geh. 14 Oct. 1764 te E. met Johanna Margaretha Buyskes. Hij was te Enkhuizen commissaris der kleine regtbank, schepen, schutter-kapitein vendel A, raad, penningmeester groote visscherij, raad ter admiraliteit, gecommitteerde raad.
Hij nam voor ƒ 10.000 deel in de vrijwillige leening van 1795, weigerde als raad de verklaring op de nieuwe constitutie en fungeerde tijdens de engelsche occupatie in 1799 als lid van de Provisioneele Administratie der Policie te Enkhuizen.
Hij was, met zijne beide zoons, zaakgelastigde in Nederland van Arnold Adriaan Buyskes (I kol. 527) gedurende diens verblijf in Oost-Indië.
Hij liet een aanmerkelijk vermogen en een kunstverzameling na.
de Vries van Doesburgh