theor. Mag. et lit. hum. Doctor, na verdediging van een proefschrift: de Polycrate Samio.
Veegens was lid van den kerkeraad der waalsche gemeente te A'dam, schoolopziener, voorzitter van het hoofdbestuur van 't Ned. Ond. Genootsch., lid van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden enz. Hij was gehuwd, in 1821, met Anna Elisabeth Clasina Waardenburg, de oudste dochter van den rector te Haarlem.
Behalve zijn dissertatie en eenige latijnsche opstellen in verschillende tijdschriften, schreef hij: M. Tullii Ciceronis de Republica libri sex (1823); een Handwoordenboek der Romeinsche Oudheden tot schoolgebruik, bewerkt naar 't Hoogd. van F.J. Brand (1838) en Haarlemsche vertellingen uit den ouden tijd (1850). Voorts redigeerde hij met zijn zwager prof. C.L. Blume het tijdschrift tot bevordering der kennis van onze Oost-ind. bezittingen De Indische Bij (1842 en 43) en schreef hij een Levensbericht van den vice-admiraal J.C. Rijk in de Hand. Letterk. 1854.
Zijn portret is door C.W. Mieling op steer. geteekend.
Zie: D. Veegens in Levensber. Letterk. 1862, 1.
Zuidema