bange jaren van 1573-1576 heeft hij met zijn bisschop de zorgen gedeeld om naar vermogen de ellende van Haarlem te verzachten. In 1575 legde hij vrijwillig het ambt van officiaal neder maar bleef zijne overige ambten vervullen. Dan volgt in Jan. 1577 het verdrag met den Prins en anderhalf jaar later ‘de Haarlemsche Noon’, het sein om aan dit verdrag een eind te maken. Op dien 29 Mei 1578, het feest van H. Sakramentsdag, was ook de vicaris-generaal in de kathedraal en zou aan den plechtigen ommegang binnen de kerk deel nemen. Deze processie werd echter verhinderd door de soldaten van de bezetting, welke de Staten kort te voren in Haarlem hadden gelegd. De bejaarde vicaris is bij het tumult in St. Baaf zwaar gewond en van Mierlo moest, als veedrijver vermomd, zijn bisschoppelijke stad voor goed verlaten. Wederom kwam het bestuur over het diocees aan den vicaris, en dit heeft geduurd tot den dood van v. Mierlo op 28 Juli 1587, toen krachtens de beschikkingen van het kerkelijk recht zijn jurisdictie kwam te vervallen. Waarschijnlijk waren de krachten van den bejaarden man uitgeput, want niet hij maar Willem Coopal werd tot vicaris capitulaar verkozen. Al is helaas weinig bekend uit het laatste tijdvak van zijn bestuur, tijdgenooten hebben dat toch geprezen; de Monumenta ecclesiae Harlemensis vermelden, dat Vairlenius ‘voor niemand in deugd of geleerdheid behoefde onder te doen en dat Haarlem zijn lof steeds zal verkondigen’.
Van hem: Syntaxis linguae Latinae van Jacobus Marinus door hem herzien (Silvaed. 1542); Epicteti Enchiridion Hieronymo Verlensi interprete (Buscod. 1543); Een schoone verclarynghe des 118en... 53en... ende 136en psalms (Utrecht 1553), (een exemplaar in de bibl. Letterkunde, Leiden); Commentariorum libri tres in omnes psalmos Davidicos (Lovanii 1558); Ignatii archiepiscopi Antiochiae Epistolae. Graece cum Latina interpretatione et scholiis (Antv. 1566). Een beschuldiging van plagiaat hierbij bedreven, wordt vermeld door Crenius, de Furibus literariis dissertatio 235.
Zie: Gramaye, Antiquitates Brabantiae (Lovanii 1708); Batavia Sacra (Bruxellis 1714) II, 318; Foppens, Bibliotheca Belgica (Bruxellis 1739) I, 483; Paquot, Mémoires (Louvain 1768) Il, 194; A.v. Gils, Katholyk Meyerysch Memorieboek (den Bosch 1819) 180; Schutjes, Kerkl. gesch. v.h. bisd. 's Hertogenbosch (den Bosch 1874) 409; Bijdragen bisd. Haarlem (algemeen register in voce ‘Vairlenius en ‘Haarlemsche Noon’); De Katholiek 1854, I, 247; Petit, Repertorium 620; Archief aartsb. Utrecht XXXV, 44.
Hensen