[Toelaer, Reinier]
TOELAER (Reinier), of Toe Laer, zoon van Mr. Jan T. en van Margaretha Sertorius, geb. te 's Gravenhage 16 Febr. 1698, promoveerde in de theologie te Utrecht, en werd in 1723 beroepen tot predikant te Heumen en Malden, te Roon 1725, te Nijmegen in 1730; overleed aldaar 5 Nov. 1746. Hij was tweemaal gehuwd: 1o. in 1724 met Christina, dochter van het nijmeegsch raadslid ten Hengel; 2o. te 's Gravenhage met Jacoba van Texell. Uit het eerste huwelijk liet hij 2, uit het tweede 6 kinderen na. Hij schreef: Verklaring over Psalm XX, XXI en LXXXIV (Amst. 1736, Nijm. 1750); Over het Evangelie van Lucas (Nijm. 1744, 3 dln.); Verklaring van het H. Evangelium van Marcus van het begin tot het 20ste vers van het XIII hoofdstuk; vermeerderd met eenige aanmerkingen en vervolgt tot het einde door deszelfs amptgenoot Johannesde Lange, toen medebedienaar van het H. Evangelie te Nijmegen, nu te Amsterdam, (Nijm. 1750 3 dln.; 2dr. Leiden 1761?); Over den Brief aan de Galateren (Leiden 1755); Een getrouw voorganger tot navolging aangeprezen.
Zie: Geslachtslijst der familie Toelaer (1890) 17.
van Schevichaven