(vroeger doopsgezind predikant, doch sedert 1874 geassocieerd met den uitgever A.C. Kruseman te Haarlem) (zie II kol. 730) als besturend vennoot der zwolsche firma op, tot 1 Jan. 1909. 1 Jan. 1897 en 1 Febr. 1899 waren de beide zoons van bovengenoemden J.W. Tj. W., nl. W.E.J. Tjeenk Willink, geb. 1873, en Joh. C. Tjeenk Willink, geb. 1876, als besturende vennooten in de firma opgetreden. Sedert 1902, toen de debietzaak werd overgedragen, houdt deze firma zich alleen met het uitgeversbedrijf bezig.
Als voornaamste uitgaven der latere jaren kunnen thans aan bovenstaande nog worden toegevoegd: H. Hettema's Schoolatlas der Vaderlandsche en Algemeene geschiedenis; J.W. Pik's Leerboeken der Vaderl. en Algem. geschiedenis; W. Kloeke's Notitieatlassen, zoowel der geheele aarde als van Nederland; de Zwolsche Herdrukken onder redactie van F. Buitenrust Hettema, N.A. Cramer en J.H. van den Bosch; de collectie Goedkoope Tuinbouw-bibliotheek onder leiding van Claassen en Hazeloop; de Nederlandsche Tuinbouw-almanak onder red. van Plemper van Balen en Claassen, en het tijdschrift Gemeentebelangen onder red. van Donath e.a.
Aan het slot van dit artikel vermelden wij volledigheidshalve nog den naam van Hendrik Anne Tjeenk Willink, boekhandelaar en uitgever te Arnhem, waar hij in 1885 overl.. Geb. 11 Jan. 1831 te Zutphen, was hij een broeder van den aan 't hoofd van dit art. genoemden W.E.J.T.W. Ook hij deed verschillende goede uitgaven het licht zien, o.a. een rijke collectie globes en andere hulpmiddelen voor het onderwijs. Als debietzaak bestaat de door hem opgerichte zaak te Arnhem nog.
Zie: A.C. Kruseman, Bouwstoffen II, 620, en Nationale Tentoonstelling van het Boek, Amsterd. 1910, 42.
Zuidema