[Symonsz, Cornelis]
SYMONSZ (Cornelis), van der Veer (van Vere of ter Vere) kwam in O.I. als schipper op het schip ‘Utrecht’ op 14 Juli 1632. Na eenige kustreizen gedaan te hebben, werden hem in 1635 een aantal schepen en jachten toevertrouwd, om in het vaarwater van Malakka te kruisen en den Portugeezen afbreuk te doen. Hoogstwaarschijnlijk werd hem deze eervolle betrekking opgedragen ten gevolge van de bemoeiingen van den directeur-generaal Philip Lucasz. Hij kweet zich op verdienstelijke wijze van deze taak gedurende 3 achtereenvolgende jaren, die hij ook benutte tot het doen van opnamen en het vervaardigen van kaarten. In Mei 1639 keerde hij te Batavia terug, waar hem opgedragen werd als commandeur van de ‘vloot van defensie’ van 9 schepen met 250 stukken en ongeveer 1000 koppen de baai van Goa te gaan bezetten. 25 Juli vertrok de scheepsmacht, die 29 Sept. voor Goa aankwam en bij verrassing den volgenden dag de forten voorbijzeilde, de aanwezige portugeesche schepen aantastte en grootendeels vernielde.
Twee maanden later verloor C.S. het leven, toen hij met eenige zijner schepen 12 portug. fusten (lichte vaartuigen) op de rivier Carly, benoorden Vingurla verjoeg. Hij deed de sloepen bemannen en in de sloep staande werd hij (6 Dec. 1639) doodelijk getroffen. Zijn lijk werd te Vingurla begraven. Zijne verdiensten zijn openlijk door de indische regeering erkend, die een gift deed aan zijne weduwe Maria Berckenveldt, van Meppen in Duitschland, (met wie hij 6 Juni 1639 te Batavia gehuwd was), gelijkstaande met de waarde van een gouden keten, waarmede men hem had willen vereeren. Een schilderij van Beerstraten, den zeeslag voor Goa voorstellend, bevindt zich op ‘Bronbeek’.
Zie: Jaarboekje Zeeland, 1856, 1; Eigen Haard 1905, 572.
Mulert