[Smallegange, Johannes]
SMALLEGANGE (Johannes), geb. te Goes omstr. 1583, gest. ald. 15 Juni 1628, zoon van Matheus Cornelisz. Sm. (zie vorig art.; wiens broeder Adriaan Cornelisz. Sm., gehuwd met Maaiken Jacobse Eversdijk ook als schepen (1583-84-85) te Goes voorkomt, zooals later een Cornelis Adriaansz. Sm. er 1611-12 stadsrentmeester en 1613-14 ouderman was) liet zich met zijn broeder Hieronymus 11 Juni 1603 te Leiden inschrijven als stud. iur. en promoveerde tot jur. utr. Doct. Hij zelf werd schepen te Goes 1611-12-13 (tijdens de kerkelijke twisten van Philips Lansbergen) 15-16-17, 21-22-23, 25-26, commissaris van het landrecht 1613-14, 1619-20, 26-27, weesheer 1623-24 en stadsrentmeester 1626-27. Hij ondertrouwde te Goes 9 Juli 1616 (getr. 6 Aug.) met Soetgen Oostdijck, dochter van Nicolaas Machelsz. O. (kol. 933), waaruit 27 Dec. 1624 de latere kroniekschrijver Matheus is gedoopt. Een Mr. Matheus Sm. was te Goes nog commissaris van het landrecht 1653-54-55.
Zijn portret op een schuttersstuk uit Goes door C. Eversdijck, 1616, in Museum Boijmans te Rotterdam.
Zie: Navorscher XV (1865) 118; van der