[Slothouwer, Frederik Gerrit]
SLOTHOUWER (Frederik Gerrit), zoon van Dirk Slothouwer en Geertruida Diehl, geb. te Kuinre 28 Augustus 1848, gest. te Leeuwarden 26 Februari 1891. Hij genoot zijn opleiding aan de latijnsche school te Franeker, te Zutphen en te Leiden, waar hij 14 Sept. 1868 als student werd ingeschreven. Hij werd daar leerling van Fruin, onder wiens leiding hij 26 Mei 1875 promoveerde op proefschrift Bijdrage tot de geschiedenis der Doelisten (Leiden, 1875). In Oct. van datzelfde jaar werd hij benoemd tot leeraar aan de H.B.S. te Winterswijk; na twee jaren vertrok hij naar Kampen, waar hij aan het gymnasium en aan de H.B.S. onderwijs gaf. Met ingang van 1 Januari 1879 trad hij op als leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium te Leeuwarden, welk ambt hij tot zijn dood heeft waargenomen. Hij was een zeer gewaardeerd docent; daarnaast gaf hij zijn belangstelling aan het Friesch Genootschap, waarvan hij secretaris was. Door zijn zwakke gezondheid moest zijn wetenschappelijke arbeid beperkt blijven. Over verschillende onderdeelen der friesche geschiedenis heeft hij intusschen helder licht doen opgaan.
Zie: Boeles in Levensb. Lett., 1892, 255 vlg. (met bibliographie).
Brugmans