[Rosendael, Jacob van]
ROSENDAEL (Jacob van), geb. te Gouda 23 Nov. 1559, overl. te 's Gravenhage Nov. 1629 en begraven te Gouda, zoon van Jan van Rosendael en Aleyda Emels van Rijswijk. Hij werd tegelijk met zijn broeder Amelis, die voorgaat, 19 Mei 1580 te Leiden als jur. stud. ingeschreven, en verdedigde er 11 Sept. 1584 pro doctoratu: Theses de eo, quod certo loco dari oportet, waarna hij 18 Sept. 1584 door Hugo Donellus tot doctor juris werd gepromoveerd. Deze gebeurtenis werd bezongen in een: Ode gratulatoria lectiss. candidatis Rumoldo Hogerbecio, Jacobo Rosendalio, Henrico Wiltio scripta, cum eos .... Hugo Donellus Doctores Iuris publice renuntiaret. Theses en Ode bevinden zich in de leidsche universiteitsbibliotheek. Zich daarna als advocaat te 's Gravenhage gevestigd hebbende, verkreeg hij een uitgebreide praktijk en den naam van bekwaam rechtsgeleerde. Florentius Schoonhovius in zijne Poemata antehac non edita (Lugd. Bat. 1613) noemt hem en zijn broeder Amelis: ‘patriae nostrae Goudae duo ornamenta.’