[Roon, Adriana van]
ROON (Adriana van), Rhoon, Roeyen, ook Oem, was volgens Batav. illustr. 1037, 1073, 1313, de dochter van Dirck Oem Tielmanszoon, schepen te Dordrecht (overl. 1480) en diens tweede echtgenoote Wilhelmina van Roon Pietersdochter. Gedurende 30 jaar bestuurde zij als abdis op zeer loffelijke wijze de cistercienserabdij Leeuwenhorst, waar zij na een langdurige ziekte overl. Vrijdagnacht 14 Juni 1527. Onder de abdis Eustachia van Brakel (kol. 165) was zij canterse, voorzangster. Na den dood der abdis Gijsb. van Vianen, 1497, volgde zij als abdis van Leeuwenhorst op. Slechts S.v. Leeuwen, Batav. illustr. noemt haar Oem. De lijsten der abdissen Rhijnl. oudh. 636, Hist. ep. Ultraj. 519, ook haar kapelaan Dirk Spangert in zijn naamlijst der nonnen, noemen haar Roon, van Rhoon. 1505 na den dood van den rentmeester J. de Water ontstond een geschil tusschen Leeuwenhorst en het St. Annaklooster te Schiedam, dat door de abdis in der minne geschikt werd. Zij kocht ook dat jaar verschillende grafelijke domeingoederen, waarvan de opbrengst moest dienen, om te voorzien in de kosten van den oorlog tegen Karel van Egmond. 1512 kreeg zij verlof van den abt van Oudekamp O. Cist., om goederen te bezwaren of te vervreemden en in geval van noodzakelijkheid het klooster te verlaten. Hetzelfde jaar gaf de kapelaan van Leeuwenhorst, Dirk van Spangert, zijne hofstede ter Duin aan de abdij om voor deze inkomsten de 31e conventuale te kunnen aannemen. Sinds 1280 was door de ordensoversten van Cîteaux het getal naar evenredigheid der inkomsten van Leeuwenhorst op 30 bepaald. 1525 gaf de abdis eenig abdijland in erfpacht aan het gasthuis te Noordwijk.
In de protestantsche kerk te Rhoon ligt nog heden haar grafzerk waarop haar portret. Het Necroloog van Mariendaal vermeldt ‘XVII kal. Jul.: Obiit. Adriana Roeyen abbatissa in Leeuwenhorst’.
Zie: Römer, Overzigt 206, 295, 301; Matthaeus, Fund. et fata eccles. 452.
Fruytier