[Rommel, Balduinus]
ROMMEL (Balduinus), geb. te Brugge in 1589, Jezuïet in 1608, gest. 21 Juli 1649 te 's Gravenhage. In 1623 kwam hij naar 's Gravenhage, ter vervanging van pater Tack. Maar de katholieken waren zoo bevreesd voor boete, dat aanvankelijk geen hunner hem in zijn woning durfde opnemen. Daarna ontfermde zich een der notabelen over hem, maar met zulk een belemmering van zijn priesterlijke bedieningen, dat bijna geen katholiek van diens tegenwoordigheid in de stad afwist. Na eenige jaren echter werd zijn vrijheid grooter en stonden hen een 50-tal huizen open, waar hij de godsdienstoefeningen kon leiden. Ook bezocht hij de dorpen Wassenaar en Voorburg en dat met zooveel ijver, dat hij in acht dagen wel vijftienmaal gepreekt had. Veel had hij te lijden van de lastertaal, waarmee afgunstigen zijn goeden naam trachtten neer te halen, en van de pogingen om hem gevangen te nemen, maar hij behield onder dat alles zijn opgeruimdheid, zoodat het onder zijn gemeentenaren tot een gevleugeld woord werd: ‘alle saecken wel, zegt heer Boudewijn’. Een bezoek bij zieken, die in hooge mate vervuild waren, werd hem de aanleiding tot zijn dood.
Zie: Archief Bisdom Utrecht VI, 232; P.G. Bongaerts, De St. Theresiakerk ('s Gravenhage 1866), 14, 20.
Derks