[Reitz, Frederik Theodoor]
REITZ (Frederik Theodoor), geb. te Middelburg 4 Mrt. 1740, gest. aldaar 2 Oct. 1791, oudste zoon van Willem Otto en Cornelia Verhoeven (kol. 1051), bezocht sinds 1747 de latijnsche school in zijn geboorteplaats onder het rectoraat van zijn vader en promoveerde vandaar reeds 18 Sept. 1753 naar de academie met eene Or. de Gymnasio medioburgensi (Midd. 1753), waarin de lotgevallen der school en levens der rectoren behandeld werden. Hij ging studeeren in de geneeskunde te Leiden, waar hij 28 Aug. 1760, en te Utrecht, waar hij in 1761 is ingeschreven als student, in laatstgenoemde plaats 1 Sept. 1761 promoveerende op eene Diss. pathologicopractica de Vomitu (Traj. 1761). Hij ging daarna de praktijk uitoefenen te Middelburg, waar hij 23 Mei 1763 huwde met Elisabeth de Crane uit die stad. Hij werd er 24 Oct. 1767 dokter van het gasthuis, 27 Jan. 1770 met den bekenden Lucas van Steveninck stadsdokter en in 1771 ook dokter van de O.-I. Compagnie. Hij stierf kinderloos.
Hij gaf nog uit: Bericht van een belette doorzwelging (Verh. Zeeuwsch gen. V (1776) 460).
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen II (Midd. 1893) 497-98; Fokker en de Man, Levensber. van Zeeuwsche medici (Midd. 1901) 136-37.
de Waard