Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

[Reede van Oudtshoorn, Barend Hendrik baron van]

REEDE VAN OUDTSHOORN (Barend Hendrik baron van), heer van Sandenburg. Geb. aan de Kaap de Goede Hoop 29 Juni 1742, overl. te Utrecht 6 Mrt. 1793, begr. te Oudshoorn; zoon van Pieter (1) (kol. 1029) en van Sophia Boesses.

Hij kwam in 1785 met vrouw en kinderen naar Nederland, was kanunnik van St. Marie te Utrecht en werd 20 Mei 1786 heer van Sandenburg, dat hij kocht van de erfgenamen van Matthias Joan Singendonck. Hij verkocht dit kasteel 22 Mei 1792 aan Gijsbert Carel Cornelis Jan baron van Lynden. Van Reede werd geëligeerde raad wegens

[p. 1028]

de edelen in het eerste lid van staat der prov. Utrecht 14 Nov. 1787, ordinaris gedeputeerde, in 1787 gecommitteerde ter financie van de Staten van Utrecht en in 1789 raad in het Adellijk Jachtgericht.

Hij was 4 Maart 1770 aan de Kaap gehuwd met Wilhelmina Elisabeth Brommert, geb. aan de Kaap 28 Mei 1747, overleden te 's Gravenhage 13 Oct. 1827, dochter van Nicolaas en van Sara Krüger. Van hun nakomelingschap, die hier te lande bekend stond als de ‘oudste tak’ is thans nog slechts één vrouwelijke afstammeling in leven.

Van hun zeven kinderen zijn er vier jong overleden. De oudste zoon was Pieter (2) (kol. 1030); de tweede, Barend Remmert, overl. ongeh. als oud-luitenant der cavalerie; de jongste zoon Barend Cornelis huwde met Johanna Wilhelmina Callenberg Baartmans.

Zie: Alg. Ned. Familieblad XIII, 38, 39; de Villiers, Gesl. reg. der oude Kaapsche fam.; Dietsche Warande 1891, 210; Gen. Her. Bladen II, 214.

Regt