Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 880]
| |
en nam in 1788 zijn zoon David in de firma op, die vooral van toen af zich aanmerkelijk uitbreidde, onder den naam D. du Mortier & Zoon. Tal van uitgaven zagen bij hen het licht: Bijbelvertaling van van der Palm (1818-25) en de daarop gevolgde Bijbel voor de jeugd en 21 bundels Leerredenen van dezen hoogleeraar; de Bijbelatlas van van Senden; Mulders Bijbel voor de Israëlitische jeugd; de Systematische beschrijving van de Drie Rijken der Natuur; de Afbeeldingen van de Nederlandsche dieren, in 33 afl.; de Afbeelding der Artsenijgewassen in 52 afl. enz. Ook tal van schoolboeken, als: Anslijn, Bake, Brugsma, Egeling, Engelberts Gerrits, Goede, Heije, Prinsen, de Raadt, v. Wieringen Borski en vele andere meer. Voorts werden de werken der Maatsch. tot Nut v. 't Algemeen, der Hollandsche Maatsch, van Fraaije Kunsten en Wetenschappen enz. bij de firma du Mortier & Zoon gedrukt en uitgegeven. David du Mortier Jr. behoorde met Adr. Loosjes Pz. en Joh. van der Heij tot de drie oprichters der Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels, 1815. Hij overl. te Leiden 12 Mei 1818 op 61-jar. leeftijd. Hij was geh. met Cornelia Tiele. P.C. van Marle, C. Tiele en D.C. van Marle werden in 1841 eigenaars der firma, die in 1854 ontbonden werd. Zie: Kruseman, Bouwstoffen I, 780. Zuidema |
|