Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 809]
| |
1620, gest. te Aalst 18 Mei 1672. Van 1624-1625 bevond hij zich als opvolger van pater Rijser te Amsterdam, van 1625-1638 te Gouda. Hier ijverde hij door biechthooren, preeken en ziekenbezoek met veel vrucht voor het heil der katholieken. Een kostschool, door ongeveer 30 meisjes uit verschillende streken van het land bezocht, en die door 8 klopjes gehouden werd, stond onder zijn leiding. Na van 1638-1641 in de zuidelijke Nederlanden geweest te zijn, kwam hij eerst te Alkmaar en vervolgens in zijn geboorteplaats Hoorn, waar hij 14 jaren (1643-1657) stond. Waarschijnlijk heeft hij hier een jongere zuster van Vondel, juffrouw Catharina van den Vondel-Bruyninck in de katholieke kerk opgenomen. Door de verpleging van besmettelijke zieken op den rand van het graf gebracht, keerde hij naar het zuiden weder, waar hij 15 jaren later overleed. Zie: Archief Bisd. Utrecht III, 61; VI, 229; Allard, De St. Fr. Xaveriuskerk te Amsterdam (Amsterdam 1904) 21, 22. Derks |
|