[Ledeboer, Lambertus Vincentius]
LEDEBOER (Lambertus Vincentius), geb. te Rotterdam 18 Juni 1795, overl. aldaar 4 Jan. 1891, was een zoon van Bernardus Ledeboer, en Anna Christina van den Ende (kol. 744). In de voetstappen zijns vaders tredende heeft hij veel gedaan voor het Ned. Zendelinggenootschap, waarvan hij in 1824 derde secretaris en medebestuurder werd. Door hem is de stoot gegeven tot het oprichten van plaatselijke afdeelingen daarvan en vrouwelijke hulpgenootschappen en hij mag wel de bouwmeester heeten van het Zendelinghuis aan de Rottekade, dat in 1840 werd in gebruik genomen. In 1855 werd op zijn initiatief een kostschool voor indische kinderen geopend, die echter opgehouden heeft te bestaan; in 1864 werd hij thesaurier van het genootschap. Zijn naam mag ook genoemd worden als beschermer van schoone kunsten en wetenschappen. Van die liefde getuigde de kostbare en belangrijke bibliotheek, waarvan in 1878 een catalogus verscheen, waarin vooral schilderkunst, architectuur en beeldhouwkunst benevens topographie van buiten- en binnenland buitengewoon vertegenwoordigd waren. Ook bezat hij een kabinet met schilderijen van moderne meesters. Lange jaren had hij zitting voor de burgerij in de Commissie voor het Museum Boijmans, waarvoor hij zijn belangstelling ook deed blijken door meer dan één waardevol geschenk. Ook van andere besturen over inrichtingen voor kunst was hij lid. Hij huwde 2 Juli 1817 te Rotterdam met Johanna Frederica van Oordt.