Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 722]
| |
Leonhard. Het plan was, dat hij, na het gymnasium te Hanau afgeloopen te hebben, in Sept. 1816 in Heidelberg geneeskunde zou gaan studeeren, toen hij door den groningschen hoogleeraar van Swinderen, die, op een zomerreis door Duitschland Hanau bezocht, overgehaald werd, naar Groningen te komen, om daar als zijn assistent zich verder in dierkundig onderzoek te bekwamen. In ons land maakte hij kennis met de hoogleeraren S.J. Brugmans, N.C. de Fremery, M.v. Marum en C.J. Temminck, terwijl van Swinderen hem aan den medischen student J.C. van Hasselt voorstelde, ten einde hem de intrede in de studentenwereld gemakkelijk te maken. Zóó ontstond een hechte vriendschapsband tusschen Kuhl en van Hasselt, een band, die slechts door den dood verbroken kon worden. Kuhl zag zijn beantwoording der prijsvraag: Over de geleidelijke overgangen in de klasse der zoogdieren met goud bekroond (Ann. Acad. Gron. 1816/17) en werd 6 Aug. 1819 zonder eenig examen tot doctor bevorderd. In 1820 publiceerde hij vier uitvoerige werken: Beiträge zur vergleichenden Anatomie (Frankfurt) samen met v. Hasselt; Buffoni et Daubantoni Figurarum avium coloratarum nomina systematica (Groningen), een index der vogels in het groote gekleurde plaatwerk van Buffon en Daubanton; Beiträge zur Zoölogie (Frankfurt) en Conspectus Psittacorum (Nov. Act. Ac. Leop. XI, 1-104). In Juli 1820 vertrok hij met van Hasselt naar Indië. Zie verder het art. J.C.v. Hasselt (kol. 548). Zie: v. Swinderen in Almanak der Akademie van Groningen 1823; Alg. Konst- en Letterbode, 1825; Hand. en Geschr. v.h. Indisch Gen. te 's Gravenh. V (1858) 66; Greshoff in Album der Natuur 1903, 1 en 60. Zijn portret is gegraveerd door F. Fleischmann. Zie verder: Greshoff t.a.p. blz. 10; een kopergravure in h. bezit v.h. Koloniaal Instituut. Sirks |
|