[Kesteloo, Gillis]
KESTELOO (Gillis), geb. te Domburg 4 Dec. 1749, overl. op Duinvliet 4 Dec. 1815. Hij was de zoon van Jan Kestcloo, die tuinbaas op de buitenplaats St. Jan ten Heere was, en kleinzoon van Jan Gillisz Kesteloot. In middelburgsche archiefboeken komt de naam herhaaldelijk voor. Zoo huwde 17 Mei 1651 Joos Castelood als j.m. van Gitz in Vlaanderen ald. Dat de familie uit Vlaanderen komt is zeker.
Zijn moeder was Maatje Geljon. Evenals zijn vader werd hij tuinier en tuinbaas op de buitenplaats van M.J. Veth van de Perre te Westkappelle, ging later mede naar de nieuw aangelegde buitenplaats onder Oostkappelle, Duinvliet. Bij den dood van genoemden eigenaar, ontving hij een legaat van zesduizend gulden. Diens weduwe stelde Kesteloo aan tot ontvanger der armenfondsen in hare heerlijkheden St. Jan ten Heere en Boudewijnskerke, en hij werd door hare voorspraak door den landdrost van Zeeland opperstrandmeester van Oostkappelle. Men zegt, dat hij de beste schaatsenrijder en jager van Walcheren was. Hij huwde 1776 Johanna Maria Martin, dochter van Johann Roeland Martin, eveneens tuinier, uit Exscheborn bij Maintz.
Zie: Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen I, 534.
de Waal