[Houe, Johannes]
HOUE (Johannes), Hove, Hovius, Bergensis, geb. te Bergen op Zoom. Naar zijne geboorteplaats wordt hij ook genoemd Montanus, dat is Bergenaar, waarvan men onbedacht Munt gemaakt heeft. Blijkbaar is hij eerst roomsch geestelijke geweest en bezorgde zijn afval van de Roomsche kerk hem den naam van ‘apostaat en verloochenden paap’. Hij was een zeer geleerd en welsprekend man. In 1566 was hij als vlaamsch predikant te Brugge werkzaam. De brugsche gemeente zond hem in Sept. 1566 als afgevaardigde naar eene kerkelijke vergadering van gentsche broeders, waar hij den nood der brugsche gemeente aantoonde, en door zijn welsprekend woord wist te bewerken, dat de beroemde predikant der fransche gemeente te Antwerpen, Franciscus Junius, die juist in de genoemde vergadering aanwezig was, na aanvankelijke weigering, zich bereid verklaarde om eenige dagen de fransche gemeente te Brugge te gaan dienen. In 1568 woonde hij het Convent te Wezel bij, welks artikelen hij eigenhandig onderteekende.
Zie: J. de Jong, De Voorbereiding en Constitueering van het kerkverband der Ned. Geref. kerken, (Gron. 1911), reg.
de Jong